Fietstour in de Sunderbans

Henk heeft ongeveer 240 km gefietst in 4 dagen. Een fietstocht om volgende jaar te herhalen. En veel belangrijker, als sponsortocht heeft de fietstocht tal van donaties opgehaald van vrienden, collega's en trouwe donateurs. Met deze tocht 927 euro opgehaald.  Een duurzaam begin voor een project rondom verduurzaming en het verbeteren van de leefomstandigheden in Sloppenwijken. Dank allemaal!  


Dag 1: Canning (50km)

Zondag is een rustdag; niet in Kolkata. Ik vertrok keurig op tijd uitgezwaaid door Jaydeep en na een half uurtje stuitte ik op een marathon. Daarna volgende de vis en groente markt waar honderden motor rickshaws. ( hier ôtô’s genoemd). Het is vandaag heel vochtig maar de rijwind zorgt voor een aangenaam briesje. Na een dik uurtje fietsen wordt het wat minder stedelijk en zie ik rijstpaddies, visvijvers en landbouw. Vooral de aubergines (brindel) zien er mooi uit licht paars. Ik steek 2 x een spoor over. Gewoon je fiets over het spoor heen tillen midden in de stad. Als ik verder fiets komt er een oudere moslim man naast me fietsen die wat Engels vraagt. Hij is heel erg blij me te zien. In zijn dorp aangekomen vraagt hij om een selfie. Of ik meega naar zijn huis. Waarom niet. Ik ben al bijna in Canning en het is nog geen 12 uur. Hij heeft een naaiatelier waarin ongeveer 10 jongens werken. Ik krijg een rondleiding. Ze maken broeken. Zijn huis is achter het atelier. Bij hem thuis word ik voorgesteld aan de hele familie. 2 zonen, kleinzonen vrouw en schoondochters. De vrouwen zijn allemaal aan het koken. Dan ontmoet ik ook nog zijn vader. Een oud baasje die ook op de foto mag. Ik rijd door naar de chaos in Canning en op zoek naar een hotel. Een rustig gelegen hotel (naast het zwembad) is dicht. En via via bereik ik het enige hotel waarvan ik de reviews toevallig had gelezen. (1 ster: dont go there) ik vraag of mijn fiets binnen kan staan. Dat is te regelen. Room is 900Rs for 3 hours. Aha. Zo’n soort hotel. Voor 1500Rs mag ik 24 uur blijven. Het lijkt redelijk schoon. Was mezelf en mijnkleren en merk dat ik toch wel een beetje moe ben. Vooral vanwege de warmte. Na het middagslaapje zoek ik een fatsoenlijk restaurant op. Ergens waar je rustig kan zitten. Min of meer rustig dan.

Dag 2: Jharkhali (45km)

Wat een nacht. De fan in mijn kamer kan alleen heel snel. Daarbij maakt de propeller een razend geluid. Ik lig er onder en waai dan weg. Dan zet ik de fan uit, dan word ik gestoken. De Google reviews liegen er niet om. Veel 1. 🌟 Zijn er vlooien? Het blijken kleine mugjes. Ik Bouw mijn muggennet op. Dat helpt maar is wel warm. Ik wissel af en doezel zonder en met de razende rotor. Mijn hoofd zit vol met snot en ik heb keelpijn. Ik ontbijt met de meegebrachte Museli en een lassi uit een pakje. Als ik rond 6.30uur de fiets uit de slaapkamer van de nacht receptionist kom halen blijkt de achterband leeg. Huh. Buiten zijnde Indiërs niet zo chagrijnig. Daar is het het leven alweer in volle gang. Een eindje verder wordt mijn band opgepompt en vertrek ik. Heerlijk om in de koelte te fietsen. Over de brug raken we in de Sunderbans. In Basanti pas ik mijn route aan en fiets alleen op dijk weggetjes naar het zuidelijkste punt van dit eiland. Onderweg helpt een nette man me Met het vinden van een compressor. Hij heeft een NGO en we wisselen adressen uit. Als de band weer zacht zoek ik een fietsenmaker. Wijzend naar de zachte band vind ik er snel eentje. Vrienden van de fietsenmaker roepen bemoedigd als ze zien dat ik de band makkelijk eraf haal en met water het flinke lek opspoor. Ik laat de fietsenmaker het lek plakken. Ik geef hem een fooi zodat hij zijn vrienden (zie Foto) ook op thee kunnen trakteren. Helemaal bij de Ferry tref ik wat toeristenkraampjes aan en een eethuisje. Daar vraagt een vriendelijke vrouw wat ik wil eten. Een Dal bhat met groente en een moot van een flinke vis. Ik ga op zoek naar het resort. en vindt en boek ik een kamer met alle luxe die ik vannacht niet had. Morgen rustdag. Toch vandaag zo’n 50 km gefietst. Hallelujah. Praise the lord en Krishna


Dag 3: Gosaba

Het is nog koel als ik mijn eerste km maak. De Sunderbans is het tropische Zeeland van India. (Of het Frankrijk van Parijs) Ik fiets over kleine weggetjes waar iedere familie een stukje grond heeft en deze bewerkt. Overal lopen kippen, geitjes, poesjes hier en daar een hond. Ook staan er af en toe koeien aan de rand van de weg. De akkerlandjes worden alle groente verbouwd en afgewisseld met natte gewassen zoals rijst. Er zijn ook altijd Visvijvers in de buurt die ook weer zorgen voor de irrigatie van de rijst en andere gewassen. Alle mannen vrouwen en kinderen zijn in de weer op de boerderij. Er wordt geveegd, geplant op het land gewerkt, gewassen, geïrrigeerd. Het is zo fijn om hier doorheen te fietsen. De mensen praten met elkaar. Poetsen hun tanden bij de waterpomp. Het gaat er rustig aan toe. Zou het niet veel beter zijn voor ons als mens, en voor de planeet als iedere familie zo zou leven. Ik vermoed weinig stresst een voorspelbaar leven en zeer zeker heel duurzaam. Elk takje wordt hergebruikt. Wat ontroert me het plattelands leven me. Of is de idylle een illusie. Eenmaal bij de rivier neem ik het eerste pontje. Nu met fiets de trappen of en de boot in. Gaat allemaal heel relaxt ondanks dat verlatende passagiers tegelijkertijd de boot verlaten als de nieuwe passagiers komen . Zo leuk die Indiërs. Een Indiase toerist zei me gisteren. ‘Indians are not efficient, but romantic’. In your country everything works efficient. Exact. Dat is onze zegen en ons probleem.

Dag 4: Kolkata

De verkoudheid blijft me maar lastigvallen. Met ibuprofen moet ik een end kunnen komen. De eerste uren op de fiets zijn zo bijzonder. Onderweg blijf ik staan kijken bij stenen sjouwers. Met de hand wordt de boot leeg gehaald. Wat een zwaar werk is dit. Ik ga aan boord en gebaar dat ze sterk zijn. Ze zijn blij met de aandacht. Ik geef een man een briefje van 500rs. (Dat doe ik niet snel). Ik vertel dat ze het gebruiken met elkaar voor een thee. Ze waarderen mijn geste enorm. Sommige mannen buigen voor me. Alweer zo’n moment. Ik fiets door naar het pontje van Gosaba. Daar is het altijd feest. De drukte en de chaos. Meer mensen op een boot dan wat ook ter wereld.

Weer op het vasteland besluit ik helemaal naar Kolkata te rijden. Dat moet lukken. In Basanti app ik mijn Indiase vriend Dilap. Hij doet er alles aan om me bij hem thuis te houden. Het is een aardige, opdringerige man, met een goed hart. Zijn vrouw stierf aan corona. Volgende keer laat hij mij zijn project zien. Ik fiets verder naar Canning. Er is vandaag nog geen zon. Daardoor is de temperatuur aangenaam. Ik neem veel pauzes lees zelfs een tijdje in mijn boek Alkibiades. Op mijn gemakje bereik ik mijn thuis in Moore avenue. De inwonende hulp van Jaydeep geeft me de sleutels van mijn appartement. Voor vandaag is het gedaan met 87 km fietsen. Douchen, wassen en nietsen.